Andrea di Pietro della Gondola (Palladio) (Padua, 30 november 1508 – Vicenza, 19 augustus 1580) was een Italiaanse architect. - De naam Palladio werd hem gegeven door zijn eerste opdrachtgever Gian Giorgio Trissino, als verwijzing naar Pallas Athene de Griekse godin van de Wijsheid.
De Italiaanse architect, publicist en theoreticus maakte diepgaand studie van de klassieke architectuur en de werken uit de hoogrenaissance. Daarmee werd hij de belangrijkste architect van de late renaissance. Hij beïnvloedde zowel door zijn bouwwerken als door zijn geschriften de verdere ontwikkeling van de Europese bouwkunst. Het merendeel van zijn gebouwen wordt gekenmerkt door grote harmonie en eenvoud in de proporties.
Palladio gebruikte thema's als:
Andrea Palladio geboren in Padua, als zoon van een molenaar. Na enige jaren waren zijn architectonische kwaliteiten ontdekt door Giangiorgio Trissino. Zijn invloed ging veel verder dan enkel het humaniseren van di Pietro della Gondola’s naam tot Palladio, hij introduceerde hem in de klassieke oudheid door het lezen van Vitruvius en te reizen naar enkele klassieke steden, zoals Rome.
Palladio's vroegere villa's zijn veelal variaties op thema's uit Romeinse thermen. Wegens gebrek aan informatie over hoe de woonhuizen uit de Romeinse oudheid eruit zagen, nam Palladio ten onrechte aan dat ze een porticus hadden. Hierdoor hebben zijn villa's uit 1550-1560 verschillende variaties op een tempelfront met porticus en twee verdiepingen van boven elkaar geplaatste colonnades of loggia's. Het aantal mogelijke variaties wordt nog vergroot door plaatsing van de bijgebouwen. Een mooi voorbeeld van een standaard palladiaanse villa met alle onderdelen, is de villa Barbaro. Enkele andere voorbeelden zijn villa Foscari en villa Emo.
- De antieken
Palladio bleef zoeken naar een geldigverklaring van de relatie tussen de klassieke oudheid en zijn eigen architectuur door bijvoorbeeld het terugkijken naar de antieken te rechtvaardigen met het feit dat de Romeinen ver vooruit waren op hun opvolgers. Hij plaatste zijn eigen architectuur op gelijke hoogte aan deze van de antieken, het was geen revival noch imitatie van de antieke gebouwen, maar wel een voortzetting of vervolg ervan.
Een belangrijk begrip in de architectuurtheorie en –praktijk van Palladio is natuur. Net als Daniel Barbaro was hij ervan overtuigd dat architectuur een rationele adaptatie van de natuur is. Architectuur moest een eenvoud bevatten om ‘net als de natuur’ te zijn. Die eenvoud is duidelijk te zien in Palladio's ontwerpen, waar hij eenvoudige transformaties toepast op basisvormen. De overeenkomsten tussen kunst en natuur vermeldt Palladio in boek een, twee en drie van zijn I Quattro Libri dell'Architettura, waarin hij bijvoorbeeld kolommen met bomen vergelijkt en de pijlers van een brug met de poten van dieren.Palladio's proportiesysteem

Palladio bleef zoeken naar een geldigverklaring van de relatie tussen de klassieke oudheid en zijn eigen architectuur door bijvoorbeeld het terugkijken naar de antieken te rechtvaardigen met het feit dat de Romeinen ver vooruit waren op hun opvolgers. Hij plaatste zijn eigen architectuur op gelijke hoogte aan deze van de antieken, het was geen revival noch imitatie van de antieke gebouwen, maar wel een voortzetting of vervolg ervan.
Een belangrijk begrip in de architectuurtheorie en –praktijk van Palladio is natuur. Net als Daniel Barbaro was hij ervan overtuigd dat architectuur een rationele adaptatie van de natuur is. Architectuur moest een eenvoud bevatten om ‘net als de natuur’ te zijn. Die eenvoud is duidelijk te zien in Palladio zijn ontwerpen, waar hij eenvoudige transformaties toepast op basisvormen. De overeenkomsten tussen kunst en natuur, vermeld Palladio in boek een, twee en drie van zijn I Quattro Libri dell'Architettura. Waarin hij bijvoorbeeld kolommen met bomen vergelijkt en de pijlers van een brug met de poten van dieren.
Algemeen kunnen we zeggen dat een villa bestaat uit:
- een centraal gedeelte voor de eigenaars (casa dominicale),
- zijvleugels (barchesse), waar de woonruimten voor de werklui in ondergebracht waren,
- stallen,
- graanopslagplaatsen,
- duiventillen,
- De villa
Uit de reizen naar Rome wist Palladio de Rennaissance-idealen van zijn voorgangers Alberti en Bramante te assimileren in enkele prachtige villa's in Venetië. Deze waren innoverende nieuwe gebouwen, ze waren landbouwmachines en representeerden de sociale status van de eigenaar. Palladio heeft zijn gebouwen extreem gerationalliseerd. Zijn gebouwen bezaten een strakke, symmetrische opbouw. Hij gebruikte als eerste het klassieke tempelfronton in de gevel van een villa. De woonkamer had steeds een zicht op het omliggende landschap. De relatie van de villa met haar omgeving was enorm belangrijk. 'Een villa moet indien mogelijk op een heuvel gebouwd worden omdat dit mooi en gezond is, en gelegen zijn aan een bevaarbare rivier omdat dit handig is, transportkosten drukt en er mooi uitziet'.
- NatuurEen belangrijk begrip in de architectuurtheorie en –praktijk van Palladio is natuur. Net als Daniel Barbaro was hij ervan overtuigd dat architectuur een rationele adaptatie van de natuur is. Architectuur moest een eenvoud bevatten om ‘net als de natuur’ te zijn. Die eenvoud is duidelijk te zien in Palladio's ontwerpen, waar hij eenvoudige transformaties toepast op basisvormen. De overeenkomsten tussen kunst en natuur vermeldt Palladio in boek een, twee en drie van zijn I Quattro Libri dell'Architettura, waarin hij bijvoorbeeld kolommen met bomen vergelijkt en de pijlers van een brug met de poten van dieren.Palladio's proportiesysteem
in het boek “Quattro Libri” van Palladio legde hij de proporties vast waarvan hij vond dat ze toegepast moesten worden binnen de architectuur op dat moment ook was het in de renaissance zo dat men in de gelijksoortigheid tussen de proporties van de tonen en die van de zichtbare vormen geloofde. In het boek werden ook 7 vormen voor vertrekken aanbevolen namelijk:
1. Rond
2. Vierkant
3. De diagonaalvan het vierkant als de lengte van het vertrek
4. Een vierkant en een derde, dat wil zeggen 3:4
5. Een vierkant en een half, dat wil zeggen 2:3
6. Een vierkant en twee derde,dat wil zeggen 3:5
7. Twee vierkanten ofwel 1:2
De volgorde van deze lijst moest in de volgorde van 1 naar 7 worden afgewerkt.
In het boek van Palladio werd ook de ruimtelijke verhouding die gebaseerd waren op de muziek beschreven.
3:4 | Kwart |
2:3 | Kwint |
4:5 | Grote terts |
3:5 | Sext |
4:8 | Octaaf |
Hieronder hebben we gekeken hoe Palladio zijn theorieën op Villa Foscari heeft toegepast.


Uit alle proporties binnen Villa Foscari is de toonsoort ofwel samenhangende reeks 12,16,24,32.
Om de entree kracht bij te zetten is hij uitgevoerd in het eerste en laatste getal van de reeks.
De afstand tussen de middelste twee zuilen (6 foot) verhoudt zich tot de diepte van de hal (12 foot) als 1:2
De afstand tussen de kolommen aan de zijkanten (4 ½ foot) verhouden zich tot de middelste zuilen als 3:4 hetgeen overeenkomt met de verhoudingen van de kleinste vertrekken.
De diameter van de zuilen (2 foot), de kleinste eenheid. Door dit getal kunnen alle andere getallen gedeeld worden.
De afstand tussen de middelste twee zuilen (6 foot) verhoudt zich tot de diepte van de hal (12 foot) als 1:2
De afstand tussen de kolommen aan de zijkanten (4 ½ foot) verhouden zich tot de middelste zuilen als 3:4 hetgeen overeenkomt met de verhoudingen van de kleinste vertrekken.
De diameter van de zuilen (2 foot), de kleinste eenheid. Door dit getal kunnen alle andere getallen gedeeld worden.
De intervallen waarop het Griekse muzikale systeem is gebaseerd, octaaf, kwint, kwart, wordt uitgedrukt in de reeks 1:2:3:4
Deze reeks bevat niet alleen de enkelvoudige intervallen zoals: octaaf, kwint, kwart, maar ook samengestelde samenklanken namelijk: een octaaf + kwint (1:2:3) maar ook twee octaven (1:2:4)